Taal tekenen

Onze wereld hangt aan elkaar van taal en communicatie en dat vinden we vaak heel gewoon. Het kan wel eens zo zijn dat taal niet zo vanzelfsprekend is en dat kan knap lastig zijn. Zelf ervaren we dat misschien als we moe zijn en iets duidelijk willen maken. Je komt dan niet goed op de woorden. Of je weet in je hoofd wat je wil bereiken, maar tijdens een gesprek lijkt je boodschap niet goed over te komen bij de ander, je kunt je niet zo duidelijk maken als je vooraf bedacht had en dat levert frustratie op.

Maar het komt ook voor dat kinderen veel moeite met taal hebben en mogelijk een taalontwikkelingsstoornis (Tos) hebben. Dat kan op heel veel vlakken doorwerken en voor veel frustratie zorgen. Ik ga hier in dit bericht niet in op alle moeilijkheden, daar zijn veel betere sites en organisaties voor. Te denken valt aan Auris en Kentalis. Waar ik wel wat over wil vertellen is het tekenen van taal om taal zichtbaar te maken. Bij het begeleiden van kleuters en het leren navertellen van een verhaal deed ik dat al wel eens, maar recentelijk ben ik het wat vaker gaan toepassen. Sommige leerlingen vinden dit een beetje onwennig en andere vinden het heel interessant. Deze week gebeurde er iets heel moois. Een leerling met Tos wilde enthousiast vertellen over een filmpje dat ze in de klas had gezien. Haar verhalen zijn vaak moeilijk te volgen, het is onsamenhangend en ze kan de woorden niet vinden. Toen pakte ze mijn tekenboek erbij en ging het wel even voor mij tekenen! Super gedetailleerd en met een scherp analytisch oog tekende ze stukje voor stukje het verhaal dat ze gezien had en ik kon daar gelijk woorden aan koppelen en verklarende vragen bij stellen. Deze leerling tekende even een satelliet met zonnepanelen, een hamer, boormachine en een heel bedieningspaneel met schakelaars. Ze tekende zelfs het nadenkende gezicht van het ruimtewezentje en het lampje wanneer hij een idee had om het probleem op te lossen. Ze was er zo trots op dat ze het hele verhaal had kunnen vertellen! En zo kun je zien dat ook wanneer een kind niet zo makkelijk praat, er een hele belevingswereld en begrip schuil kunnen gaan achter de buitenkant.

Werken tijdens een lockdown

2020 werd een raar jaar met vele beperkingen en aanpassingen. Nooit had ik gedacht dat we in Nederland zoiets als een lockdown mee zouden maken. De eerste periode dat we in 2020 dicht gingen lag alles ook echt stil. Geen school, geen kinderopvang, geen mensen op straat. De wereld werd stil en alles kwam als het ware tot rust. Toch voelde ik persoonlijk veel onrust, want normaal gesproken begeleidde ik leerlingen die het moeilijk hadden en hoe moest dat nu? Gelukkig kon ik na een aantal weken noodopvang regelen en startte het proces van het leren online les te geven. Dat kwam hortend en stotend op gang met links en rechts technische problemen zoals internetverbindingen die niet werkten of vertraging in de lijn. Gaandeweg hebben we met z’n allen een hoop geleerd.

Tijdens de tweede lockdown waren we al iets meer gewend en voorbereid. Mijn kinderen kregen online les en de oudste van net 8 zat via Teams te luisteren en te werken. Ik leerde in deze periode eindelijk hoe de scanfunctie van mijn printer werkte, daar had ik nooit de tijd voor genomen. Ik leerde veel meer online materiaal zoeken en gebruiken, deed een upgrade in mijn werkplek met een laptopstandaard, goede stoel en vooral een tekentablet. Wat een uitkomst was dat! Een instructie tekenen is geen probleem meer, schrijven op een werkblad ook niet. Ik leerde omgaan met programma’s als Zoom, Skype en Teams en leerde anders lesgeven en vergaderen in deze programma’s.

Ik ben heel trots op al die kinderen die zo goed meededen met het online werken. Dat is toch heel anders dan wanneer je elkaar live ziet. Ik kan mijn lessen dan wel laten zien en samen door lopen en ik kan oefeningen bedenken om te doen, we kunnen een babbeltje maken en grapjes uithalen, maar voor de kinderen is het toch lastig. Er is veel minder zelf te doen, ze moeten veel meer luisteren en dat maakt het werken anders en lastiger. Er is veel opluchting nu we elkaar weer in het echt kunnen ontmoeten, weliswaar op een veilige manier met wat meer afstand, maar samen in een ruimte zijn en samen werken, oefenen en leren is echt heel tof. Hopelijk is het einde van de pandemie in zicht en komt er een einde aan het vele online lessen. Totdat het zover is, is het fijn om te weten dat er mogelijkheden zijn en dat we zoveel hebben bijgeleerd.

Oefenen met materiaal

In de kleuterklassen vinden we het heel normaal dat kinderen heel de dag bezig zijn met materialen. Sorteren, wegen, dingen verzamelen, tellen, voelen, gieten, passen en meten enz. Het ziet er zo gezellig uit en de kinderen zijn lekker bezig. Dit spelen dient echter een belangrijk doel, namelijk gevoel voor hoeveelheid ontwikkelen, leren voelen hoe zwaar iets is, hoe iets rolt, valt of stroomt en zo kun je nog wel even doorgaan. In onderstaand plaatje, waarvan er veel te vinden zijn op internet is dit visueel weergegeven voor het rekenen tot 10.

See the source image

Vanaf groep 3 gaan kinderen over naar het zogeheten formele leren. Daar zijn ze dan ook (als het goed is) aan toe. Er wordt geoefend met een rekenrekje, fiches, een klik-klak-boekje en allerlei ondersteunend materiaal en gaandeweg de schoolloopbaan wordt de hoeveelheid materiaal minder. Dat is voor de meeste kinderen ook prima. Maar er zijn ook kinderen die veel tactieler ingesteld zijn of die te weinig tijd hebben gehad om handelend bezig te zijn. Voor die kinderen gaat het in de methode gewoonweg wat te snel. De overstap van handelend rekenen naar abstract op papier rekenen bijvoorbeeld gaat hard en dan kan het zo zijn dat een kind het niet goed genoeg begrijpt. Daar merk je in het begin vaak nog niet zo veel van, maar als de sommen in groep 4, 5 of hoger moeilijker worden dan kan een kind vastlopen. Een van de eerste Intern Begeleiders waar ik mee werkte, kon dit mooi uitleggen. Als je een huis bouwt en de fundering is niet stabiel of de bouwstenen die je onderaan legt, dan kun je wel verder bouwen maar zal het huis niet stevig zijn en op den duur instorten. En zo kun je het ook met leerstof zien. Als het begin niet stevig staat en goed ingeslepen is, dan zal alles wat je later aan wil leren niet zo makkelijk opgepakt worden.

Wanneer kinderen bij mij in de begeleiding komen, neem ik altijd zoveel mogelijk materiaal erbij. Ten eerste om het leren aantrekkelijk en leuk te maken. Vaak zitten er bij rekenen bijvoorbeeld spelletjes bij. Ten tweede om te kijken welk materiaal aanspreekt. Bij het leren rekenen tot 20 wordt op school bijvoorbeeld een rekenrekje gebruikt, maar kunnen twee eierdozen met 10 eieren ook handig zijn. Bij het oefenen van keersommen kan er visuele ondersteuning nodig zijn, zodat een kind het abstracte rijtje van keersommen als het ware voor zich kan zien. Ook kunnen we spelletjes doen met dobbelstenen (ganzenbord, regenwormen, tafelvierkantje) en daarbij bestaan er dobbelstenen die tot 10 of tot 20 gaan zodat de sommen niet beperkt blijven tot de getallen 1 tot en met 6. Met die materialen wordt er dan veel geoefend, want … oefening baart kunst!

Leren is leuk!

Als kinderen vastlopen op een onderdeel op school, of als het allemaal heel moeilijk is dan kan de motivatie om te oefenen en te leren flink zakken. Regelmatig hoor je dan uitspraken als “school is stom” of “het is allemaal saai”. Uiteraard is niet alles saai, maar dat gevoel kan overheersen. En dan moet je ook nog eens in je vrije tijd naar een juf om extra te oefenen, wat een straf! Maar met een beetje omdenken en even uitpluizen wat een kind leuk vindt, kom je vaak al een eind. Spelenderwijs kun je namelijk ook leren en daar is bij een juf thuis de ruimte voor. Zo kun je letters en woorden schrijven in scheerschuim, een heel fijn zacht gevoel. Of kun je van klei letters maken en kom je al spelend en pratend tot de ontdekking dat je beide erg van Harry Potter houdt en ontstaan er ineens moeilijke namen!

Kennis maken en elkaar leren kennen heeft altijd even tijd nodig. Het is erg leuk om te ontdekken wat een kind leuk vindt en wat hem of haar drijft. Van daaruit kan de motivatie om te leren en te oefenen vaak weer opgebouwd worden. Bij de een is het nodig om veel spelend bezig te zijn en de ander heeft behoefte aan een helilopterview en overzicht van wat wordt er nu van mij gevraagd en waar gaan we naar toe. Hoe dan ook, als je weet hoe je leert en wat je nodig hebt, dan wordt leren echt leuk.

Executieve functies, wat zijn dat?

Door de jaren heen ben ik heel wat leerlingen tegengekomen die moeite hadden om hun werk te maken. U kent ze vast ook, de verstrooide professors die altijd hun spullen kwijt zijn. De kinderen die heel goede input en inzicht hebben als je met ze praat, maar waarbij dit niet in hun werk tot uiting komt. De kinderen die als ze aan de slag moeten, gaan zitten dromen en niet weten hoe ze moeten beginnen. Of de kinderen die je iets vertelt en uitlegt en die het dan gelijk weer kwijt zijn. Dit zijn enkele voorbeelden, er zijn natuurlijk veel meer situaties te bedenken. Vaak hebben deze kinderen hulp nodig bij het ontwikkelen van hun executieve functies, oftewel vaardigheden die het mogelijk maken om zelfstandig en zelfsturend aan het werk te zijn. Dit is niet gek of vreemd of anders, ieder kind heeft hulp nodig bij het ontwikkelen hiervan. Alleen zal de een dit wat makkelijker oppakken in de klas of thuis en heeft de ander daar wat meer (individuele) begeleiding bij nodig. De kunst is om samen uit te vinden wat voor het kind werkt. Zo vertelde een leerling me dat hij het fijn vond om zelf zijn materialen te ordenen en samen te bespreken wat weg kon en wat bewaard moest worden. (Zo houdt het kind zelf de regie en voelt zich autonoom). Hij had eerder meegemaakt dat een juf zijn spullen wegnam om hem zo te helpen, maar dat voelde als een afwijzing en het leert het kind ook niet hoe je iets moet aanpakken. Iedereen biedt hulp natuurlijk vanuit zijn of haar eigen referentiekader, dat doe ik ook. Dus om mijn referentiekader wat te verbreden ben ik weer eens een boek in gedoken. Eens zien wat ik handiger aan kan pakken als ik kinderen help om zich te ontwikkelen in hun executieve functies. Tot nu toe is het heel herkenbaar met hier en daar een eye-opener.

 

Het schooljaar van start!

Afbeeldingsresultaat voor loesje posters onderwijs

De wekker kon weer afgestoft worden, we gaan weer van start! Voor mij persoonlijk dit jaar een ander begin. De afgelopen 13 jaar begon het jaar een week eerder met het inruimen van een lokaal, de startvergadering, alles in orde krijgen, nieuwe ideetjes realiseren enzovoorts. Dit jaar ben ik 1 dag verbonden aan mijn “oude” school als remedial teacher en twee dagen als zzp-er werkzaam en dit geeft een andere dynamiek. Bij de start maandag kon ik observeren hoe zo’n jaar begint in plaats van het te ondergaan. Enthousiaste en licht gespannen collega’s, een schoolplein vol energieke kinderen die het spannend vinden om weer te beginnen en de eerste opstartperikelen van wifi die even uitvalt of een wachtwoord dat vergeten is in de zomervakantie.

Toch is het altijd fijn om weer aan de slag te gaan en een beetje ritme op te pakken. Een nieuw schooljaar begint iedereen vol goede ideeën en mooie voornemens. Dit jaar ga ik heel hard oefenen met rekenen, dit jaar ga ik leren lezen en schrijven, dit jaar werk ik hard voor een goed (voorlopig) advies. Ook ik heb goede voornemens en een daarvan ben ik gestart namelijk een eigen onderwijspraktijk. Na heel veel fijne jaren met groepen gewerkt te hebben, vind ik het tijd worden om meer individuele aandacht te geven.

Ik wens iedereen een heel fijn, gezellig en leerzaam schooljaar vol humor toe. En mocht het even niet lukken dan mag je me om hulp komen vragen 😉